Je staat altijd voor iedereen klaar. Zowel privé als op je werk help je iedereen graag. Daar word je blij van. Je maakt nooit ergens een punt van. Iedereen weet: als er iets gedaan moet worden dan moeten ze bij jou zijn. Toch voel je je de laatste tijd een stuk minder blij en energiek. Je zou het wel fijn vinden als een ander ook eens iets deed. Je probeert dat te zeggen, maar anderen lijken je hints niet op te pakken. Diep van binnen weet je, als je iets wilt veranderen zul je écht voor jezelf op moeten komen. Maar hoe doe je dat op zo’n manier dat mensen je nog steeds aardig vinden?.
Je partner heeft een uitje met zijn werk. De kinderen zijn ook de hort op. Voor het eerst sinds lange tijd heb je weer eens een avond voor jezelf. Je zit lekker op de bank met een heerlijk boek. Dan gaat de telefoon. Je buurvrouw. Of je ook aanschuift. Ze zijn aan het borrelen en vinden het leuk als jij er ook bij bent. Alles in jou schreeuwt: ‘Nee! Ik wil een avondje met mezelf!’ Je zegt nog voorzichtig: ‘Nou, ik was eigenlijk bezig met iets.’ Maar de dames roepen op de achtergrond dat jij er ook bijhoort. Vervolgens hoor je jezelf zeggen: ‘Ja, gezellig, ik kom eraan’. Zuchtend sta je van de bank op. ‘Wanneer leer ik het nou eens? Wanneer doe ik nou eens iets wat ík wil?’
In een werkoverleg bespreken jullie de nieuw binnengekomen projecten. Bij elke klus die genoemd wordt, reageren je collega’s niet, maar kijken ze allemaal naar jou. Ergens snap je dat wel, want je hebt al zoveel jaar ervaring. Dus zeg je dat jij het wel oppakt. Als je weer op je werkplek zit kijk je nog eens naar je actielijst. Je schrikt ervan. Dit is écht veel te veel werk! Je moppert tegen je collega, maar hij doet net of hij je niet hoort. Met rode wangen en met stoom uit je oren ga je aan de slag. De hele week werk je over en vrijdags ga je met een tas vol werk naar huis. Als je zondags weer de laptop opstart, vraag je je af wat je collega’s aan het doen zijn. Verdrietig en teleurgesteld in jezelf dat je wéér niet voor jezelf bent opgekomen ga je weer verder..
Je stapt de bakkerij binnen. Wat ruikt het hier toch altijd lekker. Het water loopt je al in de mond. Gelukkig is het niet zo druk en ben je bijna aan de beurt. Dan komt er een groep scholieren binnen. De dame van de bakkerij vraagt wie er aan de beurt is. Je steekt je hand op. Tegelijkertijd roepen de jongeren hun bestelling. Compleet overdonderd sta je daar. Je wilt er iets van zeggen, maar je houdt toch je mond. Ondertussen denk je: ‘Tsjonge, jonge, laat ik me als veertiger gewoon overrulen door een stel pubers?! Dat is belachelijk! Ik zou zo langzamerhand toch echt wel voor mezelf moeten kunnen opkomen!’.
Wil je echt dat het zo door blijft gaan? Laat je over 10 jaar nog steeds je leven door anderen bepalen? Doe je dan nog steeds wat anderen willen? Als je niets doet blijf je degene bij wie alles terechtkomt. Ben jij voortdurend hard aan het werk terwijl anderen van het leven genieten. Je voelt je moe, gefrustreerd en verdrietig. Dit was niet hoe je je leven had voorgesteld. Jaloers kijk je naar anderen die wél een leuk leven hebben. Zij wel. Voor jou voelt het of je ondertussen stil, klein en alleen in je cocon zit, want sociale contacten heb je ook bijna niet meer.
Maar… het is nog niet te laat. Je kunt dit stoppen. En dat weet je ook, want diep van binnen weet je dat je wilt veranderen. Dat je weer de baas wilt zijn over jouw leven. Dus als jij er echt klaar mee bent, dan is het traject ‘Kom op voor jezelf’ iets voor jou!